CESOP: nieuwe btw-rapporteringsverplichtingen voor betalingsdienstaanbieders gepubliceerd in het Staatsblad

Op 18 april werd een wet gepubliceerd die de btw-wetgeving wijzigt en nieuwe Europese rapporteringsverplichtingen introduceert voor betalingsdienstaanbieders (“Payment Service Providers” of PSP's). De wet is een omzetting van de Europese Richtlijn (EU) 2020/284 en heeft tot doel de btw-kloof te verkleinen en eerlijke concurrentie te garanderen voor bedrijven die actief zijn in de digitale economie. Hoewel de maatregelen kaderen in het bestrijden van fraude bij online verkopen, is het toepassingsgebied van de richtlijn veel ruimer.

PSP’s zullen gedetailleerde registers moeten bijhouden van grensoverschrijdende betalingen en informatie moeten verstrekken aan de belastingadministraties over bepaalde grensoverschrijdende betalingen. De belastingadministraties van de lidstaten zullen die informatie verzamelen via een XML-bestand en zullen die doorgeven aan de Europese databank ‘CESOP’ (“Central Electronic System Of Payment information”), een centraal elektronisch systeem voor betalingsinlichtingen. CESOP zal de door de lidstaten verstrekte informatie opslaan, vergelijken en analyseren, en de resultaten van die analyses ter beschikking stellen van de Eurofisc-verbindingsambtenaren, die gespecialiseerd zijn in de strijd tegen btw-fraude.

Registratieplicht

De registratieplicht geldt in principe voor PSP’s van zowel de betaler als de begunstigde. Er is echter een vrijstelling voor PSP’s van de betaler als een van de PSP’s van de begunstigde in een lidstaat gevestigd is. In dat geval rust de registratieverplichting alleen op de PSP’s van de begunstigde. Betalingen die worden gedaan aan niet-EU ontvangers (verkopers) of tussen kopers en verkopers binnen eenzelfde lidstaat zijn ook vrijgesteld van rapportering. De nieuwe regels gelden voor betalingen aan verkopers binnen en buiten de EU.

De PSD2-richtlijn (de tweede “Payment Services Directive”) wordt gebruikt om de geimpacteerde groepen en activiteiten te omschrijven:

• PSP’s worden gedefinieerd in artikel 93duodecies, lid 1, W.Btw en omvatten banken, uitgevers van krediet- en debetkaarten en andere dienstverleners die vallen onder artikel 1, lid 1, a tot en met d, van de PSD2-richtlijn.
• Het begrip 'betalingsdienst' wordt gedefinieerd in artikel 93duodecies, 2°, W.Btw en omvat commerciële activiteiten zoals beschreven in bijlage I van de PSD2-richtlijn.
• Artikel 93duodecies, 3°, W.Btw definieert het begrip 'betaling' als een 'betalingstransactie' of 'geldovermaking' volgens de definities in de PSD2-richtlijn.
• Het begrip 'betaler' wordt gedefinieerd in artikel 93duodecies, 4°, W.Btw en verwijst naar artikel 4, 8, van de PSD2-richtlijn en omvat natuurlijke of rechtspersonen die een betaalrekening hebben en betalingsopdrachten toestaan of geven als er geen betaalrekening is.

Welke gegevens?

PSP's moeten hun grensoverschrijdende betalingen per begunstigde bijhouden in een register met onder andere de volgende informatie:
• de BIC of enige andere bedrijfsidentificatiecode van de PSP;
• de naam of bedrijfsnaam van de begunstigde;
• indien voorhanden, een btw-identificatienummer of een ander nationaal fiscaal nummer van de begunstigde;
• het IBAN nummer of andere identificatiecode die de begunstigde ondubbelzinnig identificeert en de locatie van de begunstigde geeft;
• de datum en het tijdstip van de betaling of de terugbetaling;
• het bedrag en de valuta van de betaling of de terugbetaling;
• de lidstaat van oorsprong (bestemming) van de (terug)betaling;
• verwijzingen die de betaling ondubbelzinnig identificeren;
• informatie waaruit blijkt dat de betaling in de fysieke locatie van de handelaar is geïnitieerd.

De registers dienen op kwartaalbasis aan de fiscus in XML-formaat via MyMinfin te worden gerapporteerd. Deze informatie zal vervolgens door de fiscus worden doorgestuurd naar CESOP.

De EU zal de gegevens vervolgens opslaan, samenvatten en analyseren, dubbel gerapporteerde gegevens verwijderen en terug rapporteren naar de fiscus om haar in staat te stellen btw-fraude op te sporen.

Er geldt ook een bewaringsplicht van (voorlopig) drie kalenderjaren vanaf het einde van het kalenderjaar van de datum van betaling.

Impact

De invoering van deze nieuwe regels heeft een aanzienlijke impact op PSP's die betalingsdiensten aanbieden in de EU. Deze PSP’s zullen extra inspanningen moeten leveren om aan de nieuwe rapporteringverplichtingen te voldoen. Het is van groot belang dat PSP's deze nieuwe verplichtingen doorgronden en de nodige aanpassingen aan hun systemen en processen doorvoeren. In eerste instantie gaat het om het verzamelen van de juiste informatie en het opzetten van de nodige IT technische processen.

Moeten ondernemers wakker liggen van de nieuwe verplichtingen? In eerste instantie niet. De nieuwe maatregelen zijn erop gericht om fraude te bestrijden en moeten in dat kader worden gezien. Het is echter wel duidelijk dat de fiscus grensoverschrijdende transacties meer en meer in het vizier neemt. Denken we maar aan de plannen van de commissie om de intracommunautaire opgave te vervangen door een (zo goed als) real time rapportering (zie onze eerdere posts over ViDA).

Inwerkingtreding

De wet zal op 1 januari 2024 in werking treden, en de eerste rapportering moet vóór eind april 2024 worden ingediend. Alle lidstaten moeten Richtlijn (EU) 2020/284 uiterlijk op 31 december 2023 in nationaal recht hebben omgezet.

Bronnen: Wet van 7 april 2023 (BS 18 april 2023) – Richtlijn (EU) 2020/284 van de Raad van 18 februari 2020 – Verordening (EU) 2020/283 van de Raad van 18 februari 2020