Implementatie Btw-tarievenrichtlijn voor online evenementen en margeregeling voor antiek, kunst, en verzamelobjecten goedgekeurd door ministerraad.

Nov 20
Op 17 november 2023 heeft de Ministerraad een voorontwerp van wet goedgekeurd met betrekking tot de omzetting van het tweede deel van Europese richtlijn (EU) 2022/542. Deze richtlijn bevat een beperkt aantal verplicht om te zetten bepalingen met betrekking tot btw-tarieven.

Deze wijzigingen hebben enerzijds betrekking op de plaats van bepaalde diensten, met name toegang tot activiteiten of evenementen via live-streaming.

Anderzijds betreft het de bijzondere winstmargeregeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten, om het voortaan onmogelijk te maken voor de zogenaamde "belastingplichtige wederverkopers", zoals bijvoorbeeld galerijhouders, om de winstmargeregeling toe te passen op kunstvoorwerpen die ze zelf hebben ingevoerd of gekocht tegen een verlaagd btw-tarief.

In deze bijdrage volgt een bespreking van de wijzigingen.
Achtergrond

Op 6 april 2022 is de "Btw-tarievenrichtlijn" (2022/542/EC) in werking getreden. Deze richtlijn heeft wijzigingen aangebracht in de Btw-richtlijn 112/2006/EC en biedt EU-lidstaten meer flexibiliteit bij het vaststellen van verlaagde btw-tarieven en nultarieven.

Dit nieuwe EU-kader geeft lidstaten de mogelijkheid om verlaagde btw-tarieven of zelfs een 0% tarief toe te passen op een herziene (uitgebreide) lijst van goederen en diensten. Deze hervorming hield ook rekening met de Europese groene agenda. Zonnepanelen, e-bikes, warmtepompen en de reparatie van huishoudelijke apparaten zijn een aantal ecologische toevoegingen aan de lijst.

Het vaststellen van verlaagde tarieven is echter niet onbeperkt. Om te voorkomen dat het gebruik van verlaagde tarieven te wijdverbreid wordt en de daarmee gepaarde budgettaire gevolgen, geldt er een beperking op het aantal categorieën van de lijst dat landen mogen invoeren.

België heeft van deze nieuwe beleidsruimte gebruik gemaakt om (tijdelijk) een verlaagd tarief in te voeren voor de levering van warmtepompen en zonnepanelen.

Met ingang van 1 april 2022 geldt een tijdelijke verlaging van het btw-tarief naar 6% onder specifieke voorwaarden voor de "levering met plaatsing" van bepaalde technische installaties op of in de directe nabijheid van een woning. Deze installaties omvatten (1) "fotovoltaïsche zonnepanelen"; (2) "thermische of fotovoltaïsche zonnepanelen en zonneboilers"; en (3) "warmtepompen" (met uitzondering van warmtepompen die onder bepaalde omstandigheden worden gecombineerd met een ander verwarmingstoestel, bekend als 'hybride warmtepompen'). Zoals gezegd, is de verlaging tijdelijk. Deze loopt normaal gezien eind dit jaar af. Naar verwachting zal dat effectief zo zijn voor de zonnepanelen en zonneboilers. Maar voor de warmtepompen is er beslist voor een verlenging van de maatregel. Hierdoor zal het verlaagde tarief van 6% met één jaar worden verlengd en geldig zijn tot eind 2024.

De Btw-tarievenrichtlijn heeft ook wijzigingen aangebracht in de plaatsbepalingsregels voor gestreamde activiteiten en de margeregeling.

Toegang tot activiteiten of evenementen via live-streaming

Met de toenemende digitalisering van de economie worden online evenementen, zoals conferenties, livestream-lezingen en on-demand trainingen, steeds populairder. Deze trend is in een stroomversnelling geraakt door de COVID-19-pandemie.

Toegang tot culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijke en soortgelijke activiteiten wordt momenteel in zowel B2B- als B2C-context belast op de plaats waar deze diensten materieel worden verricht. In veel gevallen is dit het land van de dienstverrichter, maar voor online evenementen zijn er nooit expliciete btw-regels vastgesteld.

Het gebrek aan heldere regelgeving heeft geleid tot aanzienlijke discussies en uiteenlopende interpretaties in de EU.

De onzekerheid werd verder vergroot door het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Geelen (C-568/17), waarin het land van de dienstverrichter als belastingheffingsbevoegd werd beschouwd. Ondanks verschillende discussies binnen het btw-comité is niet alle onduidelijkheid verdwenen.

Samengevat hebben de gewijzigde regels tot doel ervoor te zorgen dat gestreamde activiteiten voor btw-doeleinden steeds worden geacht plaats te vinden waar de afnemer is gevestigd, met als doel tariefshopping binnen de Europese Unie te voorkomen.

In de toekomst worden virtuele evenementen expliciet uitgesloten van de bijzondere B2B plaatsbepalingsregels, waarbij evenementen belastbaar zijn op de locatie waar het evenement fysiek plaatsvindt. Voor zover evenementen worden gestreamd of op andere wijze virtueel ter beschikking worden gesteld, geldt voortaan in B2B-situaties dat de diensten belast zijn in het land waar de afnemer is gevestigd (artikel 44 van de Btw-richtlijn). Dit betekent dat in grensoverschrijdende situaties de heffing van btw wordt verlegd.

Deze wijziging heeft evenwel een grotere impact op B2C-situaties. Voor zover de activiteiten worden gestreamd of op andere wijze virtueel ter beschikking worden gesteld, wordt de dienst geacht plaats te vinden waar de B2C afnemer is gevestigd. In een grensoverschrijdende situatie kan de dienstverrichter de btw niet verleggen naar de afnemer. Om de impact enigszins te verzachten, kan de dienstverrichter wel gebruikmaken van de OSS-regeling. Hierbij is het mogelijk om via één enkele OSS (One Stop Shop)-registratie in de lidstaat van vestiging de buitenlandse (EU) btw te voldoen.

Margeregeling

Onder de margeregeling wordt bij de verkoop geen btw geheven over de aankoopprijs (wat het uitgangspunt in de btw is), maar over de marge die een wederverkoper ontvangt (verkoopprijs vermindert met de aankoopprijs).

De Btw-tarievenrichtlijn heeft ook lidstaten verplicht om de margeregeling niet langer toe te staan voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten die door wederverkopers onder het verlaagde btw-tarief zijn ingevoerd of aangekocht. Onder bepaalde omstandigheden is dit vandaag een optie voor de wederverkoper.

Deze wijziging wordt gemotiveerd door het argument dat de huidige opzet van de optionele margeregeling lidstaten confronteert met concurrentieverstoringen.

Voor wederverkopers kan het namelijk aantrekkelijk zijn om zich te vestigen in een lidstaat met een (relatief) laag verlaagd tarief op de levering of invoer van antiek, kunst- of verzamelvoorwerpen en met een (relatief) laag algemeen tarief op de doorlevering.

De Btw-tarievenrichtlijn verplicht daarom lidstaten de margeregeling te wijzigen en toepassing daarvan niet mogelijk te maken indien de wederverkoper antiek, kunst- of verzamelvoorwerpen heeft aangekocht of ingevoerd tegen een verlaagd tarief.

Inwerkingtreding

De wijzigingen treden in werking vanaf 1 januari 2025. Het voorontwerp is momenteel ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

Deze bijdrage is verschenen op TaxWin (te raadplegen op taxwin .be).