Is je begeleiding in de fitness onderworpen aan 6% of 21% btw?

Is je begeleiding in de fitness onderworpen aan 6% of 21% btw?
Het gebeurt niet elke dag dat een rechtbank van eerste aanleg een prejudiciële vraag stelt aan het Hof van Justitie. Nochtans is dat wat de rechtbank van eerste aanleg in Gent heeft gedaan (Rb. Gent 20 mei 2021). En nog wel in een zaak die ons mogelijks allemaal aanbelangt: betalen we teveel btw in de fitness?

De feiten

The Escape Center is een fitness centrum met winstoogmerk. Bijgevolg moet zij btw aanrekenen over haar diensten. Ze deed dat al jaren aan het 21% btw-tarief. Voor de periode 2015-2018 stelde zij zelf vast dat ze in feite teveel btw heeft voldaan en vroeg ze 15% btw terug (i.e. het verschil tussen 21% en 6%). De fiscus weigerde de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6% en dus kwam er een rechtszaak van.

De administratie nam daarbij haar klassieke positie in: de toegang is onderworpen aan 6% en de individuele begeleiding en groepslessen zijn onderworpen aan 21%. Zij baseerde zich hiervoor op de Belgische wettekst (zie verder). Als er geen opsplitsing wordt gemaakt tussen de toegang en de begeleiding is het geheel onderworpen aan 21% btw, aldus de fiscus.

Wat zegt de wettekst?

De vraag is dus of de Belgische wetgever op basis van de tekst van de Btw-richtlijn kan beslissen om enkel de toegang tot een fitness center aan 6% btw te onderwerpen. Bijlage III, punt 14 Btw-richtlijn stelt dat „het recht gebruik te maken van sportaccommodaties” kan onderworpen worden aan het verlaagd btw-tarief. Onze wettekst spreekt van "De toekenning van het recht op toegang tot inrichtingen voor cultuur, sport of vermaak, alsmede de toekenning van het recht gebruik ervan te maken (...)" (rubriek XXVIII Tabel A bijlage KB nr. 20).

Wat zegt het Hof van Justitie?

The Escape Center was het dus duidelijk niet eens met het standpunt van de fiscus. Zelfs indien men “het recht gebruik te maken van sportaccommodaties” restrictief interpreteert, is er volgens haar geen reden om te stellen dat er geen sprake meer zou zijn van dit “recht gebruik te maken van een sportaccommodatie” (zoals de Btw-richtlijn stelt), wanneer er bijkomende begeleiding voorzien is door instructeurs.

Het Hof van Justitie geeft The Escape Center in essentie gelijk. Het Hof stelt dat de Btw-richtlijn en de interpretatieve verordening geen definitie bevatten van wat er onder het begrip “recht gebruik te maken van een sportaccommodatie” wordt verstaan. Bovendien geeft de richtlijn geen bevoegdheid aan lidstaten om dit begrip in te vullen. Bijgevolg moet dit begrip uniform worden uitgelegd.

Vervolgens gaat het Hof na of de begeleiding als een onderdeel moet worden gezien van het recht gebruik te maken van een sportaccommodatie. Zulks blijkt vaak het geval. Het Hof zegt immers dat prestaties in verband met sport en lichamelijke opvoeding zoveel mogelijk als een geheel moeten worden beschouwd. Bepaalde activiteiten vereisen nu eenmaal begeleiding of groepslessen. Het feit dat de toegang tot de fitness en groepslessen als één formule worden aangeboden is een indicatie in die richting.

Zegt deze zaak iets over de Belgische praktijk?

Zoals al aangehaald, is het opmerkelijk dat er al in de procedure in eerste aanleg een prejudiciële vraag is gesteld aan het Hof van Justitie. De redenen hiervoor is dat de rechtbank van oordeel was dat de fiscale administratie de fitnesscentra in de praktijk mogelijks ongelijk behandelt. Bepaalde controleurs zouden het 6%-tarief aanvaarden, anderen zijn akkoord met een gemiddeld btw-tarief (op basis van een opsplitsing van bv 40% van de activiteiten aan het 6%-tarief en 60% aan het 21%-tarief of 30% aan het 6%-tarief versus 70 % aan het 21%-tarief). Nog andere controleurs, zoals ter zake, stellen dat het 21%-tarief dient toegepast te worden op het geheel van de activiteiten van het fitnesscentrum. Bovendien is de Nederlandse fiscale administratie kennelijk dezelfde mening toegedaan als The Escape Center. Dit zijn argumenten die zijn aangehaald door The Escape Center en door de rechtbank worden overgenomen als reden om een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie te stellen.

Het legt een euvel bloot waar we in België maar al te vaak mee geconfronteerd worden: als het aankomt op verlaagde tarieven is er nauwelijks sprake van een “beleid”. Het lijkt erop alsof elke controle zijn eigen regels hanteert.

Het Hof van Justitie haalt dit aan als een reden waarom de Belgische administratie de regels in verband met het verlaagd tarief voor fitness centra niet restrictief mag interpreteren. De wetgeving neemt immers zo goed als de bewoordingen van de richtlijn over. In dergelijke gevallen kan men niet via administratieve richtlijnen of praktijken het verlaagd tarief beperken. Nochtans is dit wat er helaas maar al te vaak gebeurt. Denken we maar aan de verlaagde tarieven in de onroerende sector.

Kan The Escape Center nu btw recupereren?

Een andere vraag is of The Escape Center de btw die ze teveel heeft afgedragen nu kan recupereren van de Schatkist en of zij die bedragen dan moet terugbetalen aan haar klanten. Over deze interessante vraag hebben we al een bijdrage geschreven.
https://www.vat-consult.be/blog/teveelbtw