Feb 28

Liggen uw cijfers al klaar? Nieuwe BTW-verplichtingen voor gemengde en gedeeltelijke belastingplichtigen vanaf 2024

Sinds 1 januari 2024 moeten gemengde belastingplichtigen die gebruik maken van een algemeen verhoudingsgetal om hun recht op btw-aftrek te bepalen zich aanmelden bij de fiscus (via formulier 604A/B). Tot voor kort was deze verplichting enkel weggelegd voor zij die het werkelijk gebruik toepasten. In de wet diverse bepalingen van 23 november 2023 (BS 01.12.2023) werd voorzien dat zij die een algemeen verhoudingsgetal toepassen de fiscus “voorafgaandelijk in kennis moeten stellen” (art. 46, §1 Wbtw). Het KB van 17 december 2023 (BS 22.12.2023) heeft deze verplichting verder ingevuld. Met dit KB is tevens de verplichting ingevoerd om voorlopige en definitieve verhoudingsgetallen digitaal (via InterVAT) te communiceren. Met datzelfde KB werd eveneens een verplichting ingevoerd voor gedeeltelijke btw-plichtigen om hun btw-afrtrekpositie(s) digitaal aan de fiscus te rapporteren.

De bedoeling van dit alles is duidelijk: de fiscus wil alle gemengde btw-plichtigen (via de aanmelding) op de radar krijgen en op basis van de gecommuniceerde gestructureerde gegevens geautomatiseerde controles en risico-analyses kunnen uitvoeren (zie o.a. Kamer 55 3569 en Verslag aan de Koning bij KB 17.12.2023, B.S. 22.12.2023).

Verplichtingen voor werkelijk gebruik waren al gekend


Sinds 1 januari 2023 is er voor gemengde btw-plichtigen een nieuwe procedure voor de uitoefening van de btw-aftrek volgens het werkelijk gebruik. Wie het werkelijk gebruik wil toepassen, moet zich ‘voorafgaandelijk’ (en elektronisch) aanmelden via formulier 604A of B . Die aanmelding moet worden verstuurd “vóór het einde van het aangiftetijdvak waarin de aanvang of de wijziging van zijn activiteit plaatsvindt” (art. 18bis § 1 lid 2 KB nr. 3, zoals dat recentelijk werd gewijzigd). Voor btw-plichtigen die vóór 2023 het werkelijk gebruik al toepasten, was er een overgangsprocedure. Die liep af op 30 juni (of 1 juli, al naargelang je art. 46 Wbtw of art. 18bis KB nr. 3 las).

Naast deze aanmelding moeten gemengde belastingplichtigen die het werkelijk gebruik toepassen, de gegevens omtrent de toegepaste aftrek “gestructureerd” meedelen. Deze gegevens moeten in InterVAT worden ingegeven en worden door de fiscus automatisch verwerkt. Deze verplichting werd al in 2023 ingevoerd maar werd uiteindelijk uitgesteld tot 20 april 2024 (Bericht 19.01.2023 website minfin).

Een belastingplichtige die werkelijk gebruik toepast wijst zijn kosten toe aan ofwel een activiteit die geen aftrek toelaat, ofwel een activiteit die 100% aftrek toelaat ofwel een gemengde activiteit. Voor wat die laatste activiteit betreft, moet er één of meerdere sleutels worden gebruikt om het recht op aftrek te bepalen. Soms gebruikt men daarvoor een “bijzonder” algemeen verhoudingsgetal, soms specifieke sleutels (bijvoorbeeld op basis van vierkante meters, aantal personeelsleden, enz.).

De fiscus wil nu weten hoeveel btw er volgens elk van deze sleutels al dan niet in aftrek wordt gebracht: 0%, 100% en bijzondere verhoudingsgetallen (artikel 18bis, §2 KB nr. 3). Artikel 18bis, §2, eerste lid, 1° KB nr. 3stelt dat het algemeen verhoudingsgetal “naargelang het geval” moet worden gecommuniceerd. Het is niet geheel duidelijk wat daarmee wordt bedoeld. Waarschijnlijk zal men dit enkel vereisen wanneer men dat jaar is overgegaan van het systeem van een algemeen verhoudingsgetal naar werkelijk gebruik.
 
De verplichting om de al dan niet afgetrokken btw per verhoudingsgetal te communiceren vraagt de nodige aandacht, omdat de betreffende btw-bedragen niet altijd apart worden geboekt (bijvoorbeeld in de sector waarbinnen er geen btw wordt gerecupereerd).

Nu dus ook verplichting voor gedeeltelijke btw-plichtigen


De wet diverse bepalingen van 23 november 2023 heeft de Koning gemachtigd om de wijze te bepalen waarop de bijzondere verhoudingsgetallen worden meegedeeld door gedeeltelijke btw-plichtigen. Het stond dus in de sterren geschreven dat zij ook aan een gelijkaardige verplichting zouden worden onderworpen als de gemengde btw-plichtigen die werkelijk gebruik toepassen.

Het KB van 17 december 2023 (BS 22.12.2023) heeft die verplichting ingevoerd en wel met ingang van 1 januari 2024. Echt veel tijd om zich voor te bereiden hebben de gedeeltelijke btw-plichtigen dus niet gekregen. Tegen 20 april 2024 moeten hun cijfers worden gecommuniceerd.

Algemene verhoudingsgetallen moeten gestructureerd worden gecommuniceerd


Er zijn dus ook nieuwe verplichtingen ingevoerd voor gemengde btw-plichtigen die een algemeen verhoudingsgetal toepassen. Ook zij moeten zich vooraf aanmelden (art. 46, §1, eerste lid Wbtw en art. 14 KB nr. 3). Daarnaast moet de betrokken belastingplichtige jaarlijks tegen 20 april zijn voorlopig en definitief verhoudingsgetal communiceren (art. 15 KB nr. 3).

Het opmerkelijke is dat de voormelde verplichtingen allemaal ingaan op 1 januari 2024. Belastingplichtigen die al een algemeen verhoudingsgetal toepasten op 31 december 2023 moeten zich aanmelden voor 1 juli 2024 (Art. 14, §1, derde lid, 2° KB nr. 3). Het meedelen van de verhoudingsgetallen moet dan weer gebeuren in de btw-aangifte van het eerste kwartaal (kwartaalindieners) of in één van de eerste drie kalendermaanden (maandindieners) van het jaar. Dat is dus tegen 20 april 2024.

In tegenstelling tot wat je zou verwachten moeten gemengde belastingplichtigen dus eerst gestructureerd hun verhoudingsgetallen communiceren en zich daarna pas aanmelden (als je tenminste rekening houdt met de uiterste termijn van indiening).

In principe moeten dergelijke gegevens momenteel ook al bij de aangifte worden gevoegd in een berekeningsblad. Dat berekeningsblad moet nog steeds worden opgemaakt maar niet langer worden meegestuurd (art. 15, laatste lid KB nr. 3).

Nog een aantal vragen


Het is dus alle hens aan dek voor wie moet rapporteren tegen 20 april. De verplichting om de btw toe te wijzen aan vrijgestelde of niet-btw-plichtige activiteiten vergt de nodige inventiviteit en/of inspanningen. Daarnaast moet er een standpunt worden ingenomen over hoe de aftrekpositie (van bijvoorbeeld gedeeltelijke btw-plichtigen) wordt bepaald. Het belang van dergelijke vragen zal in de komende maanden en jaren pas duidelijk worden, wanneer de fiscus over alle cijfers beschikt en zijn standpunten begint te communiceren.