Belastingplichtigen die het werkelijk gebruik willen toepassen, moeten zich "voorafgaandelijk" aanmelden via een elektronische kennisgeving. Deze kennisgeving moet worden verstuurd "uiterlijk vóór het einde van het eerste aangiftetijdvak van het lopende kalenderjaar" (art. 18bis, § 1, tweede lid KB nr. 3).
Voor belastingplichtigen die vóór 2023 al het werkelijk gebruik toepasten, is er een overgangsprocedure die afliep op 30 juni 2023 (art. 18bis, § 7 van KB nr. 3). Wordt deze timing gemist, dan kan pas vanaf het volgende kalenderjaar worden overgestapt, op voorwaarde dat men tijdig een nieuwe kennisgeving doet (art. 18bis, § 3 KB nr. 3).
Met andere woorden: als er geen tijdige voorafgaande kennisgeving is geweest in 2023, kan het recht op aftrek in principe voor dat jaar niet worden uitgeoefend volgens het werkelijk gebruik en wordt het enkel opnieuw mogelijk om vanaf 2024 toepassing te maken van het werkelijk gebruik, op voorwaarde dat er een kennisgeving wordt gedaan vóór 31 januari 2024.
De btw-administratie aanvaardt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen een rechtzetting met inachtneming van de beginselen van het werkelijk gebruik voor vorige kalenderjaren, mits er wordt aangetoond dat de belastingplichtige te goeder trouw is.
De administratieve commentaren verwoorden dit als volgt (randnummer 5.2.3. van Circulaire 2023/C/63 dd. 21 juni 2023): “Enkel in zeer uitzonderlijke gevallen zal een rechtzetting met inachtneming van de beginselen van het werkelijk gebruik voor vorige kalenderjaren mogelijk zijn. De belastingplichtige die bij zijn keuze van aftrekmethode te goeder trouw was, zal op afdoende wijze moeten kunnen aantonen dat hij niet wist dat een volgens hem vrijgestelde of belaste handeling in werkelijkheid niet was vrijgesteld of niet was belast én dat de verandering van aftrekmethode het mogelijk maakt om nauwkeuriger te bepalen welk deel van de btw betrekking heeft op waarvoor recht op aftrek bestaat. Dit zal enkel het geval zijn in het geval er een rechtzetting is van de fiscale situatie van de belastingplichtige, hetzij in het kader van een controle, hetzij ingevolge een spontane rechtzetting door de belastingplichtige. Deze belastingplichtige kan een verzoek indienen bij de administratie om bij de inwerkingtreding van de aftrek overeenkomstig het werkelijk gebruik tegelijkertijd een rechtzetting door te voeren voor de vorige kalenderjaren.”
Ondanks dit strenge officiële standpunt van de Administratie dat retroactieve aanmelding voor 2023 in principe niet mogelijk is, vangen we signalen op dat dit toch wordt getolereerd en dat de administratie zich in de praktijk eerder soepel opstelt. We hebben al enkele precedenten waarbij retroactieve aanmelding toch is toegestaan, en waarbij hoogstens een boete wordt opgelegd (sanctie van 100 € per maand vertraging). Deze boetes zijn van rechtswege verschuldigd, kwijtschelding kan evenwel worden bekomen middels een verzoekschrift, cf. het huidige boetebeleid.
Er staat ons binnenkort waarschijnlijk een officiële aankondiging te wachten, waarin het standpunt met betrekking tot de retroactieve aanmelding herzien zal worden…
Wordt vervolgd!
Wordt vervolgd!